Vraag 1: De Neanderthaler

Vraag 2: Naar het Midden-Oosten om nieuwe voedselgebieden te vinden.

Vraag 3: Omdat het eten op een gegeven moment op was, dan moesten ze wel door naar een andere plek om voedsel te vinden.

Vraag 4: In Zuid-Amerika hadden ze een Tropisch klimaat, de seizoenen verschilden niet erg veel van elkaar. In Europa had je een echte winter, lente, zomer en herfst. De seizoenen verschilde erg van elkaar.

Vraag 5: Bij een toendra klimaat groeien er nauwelijks bomen, het is bijna helemaal begroeid met mos, gras en struiken.

Vraag 6: Het vlees gebruikten ze om op te eten, de huid gebruikten ze om kleren en of een tent van de maken en de botten gebruikten zo om wapens en of gereedschap te maken.

Vraag 7: Omdat ze op 1 plek konden blijven wonen. Zee hoefden niet perse rond te trekken om voedsel te vinden.