
Toen de ijstijd eenmaal voorbij was, werd het klimaat warmer en warmer. De enige dieren die hierdoor naar het hoge-noorden trokken waren de rendieren. De andere dieren profiteerden van het nieuwe beboste gebied. Voedsel was er in overvloed. Door de opwarming van het klimaat konden de mensen meer op 1 plek blijven omdat er meer voedsel te vinden was. Regen en warm weer zorgt voor een snelle groei van het groen. Vissen, zwijnen, herten en nog veel meer dieren bleven hierdoor steeds meer op 1 plek. Rond 7000 V. Chr. hoefden de jagers in West-Europa niet meer rond te trekken om voedsel te vinden. Ze bleven op 1 plek. Doordat ze langer op 1 plek konden blijven maakten ze de hutten sterker en luxer. Het leven werd makkelijk gezegd een stuk makkelijker.
Ijstijd: dit was een periode van kou, sneeuw en ijs.
Maak jouw eigen website met JouwWeb