We gaan weer een stukje minder ver in de tijd, we zijn ongeveer bij 10.000 V. Chr. (ong. 12.000 jaar geleden) In deze tijd was Noord-Europa  nog bedekt door een ijskap van de laatste periode ijstijd. In West-Europa had men last van een Toendra klimaat. Bij een Toendra klimaat groeien er nauwelijks tot geen bomen, het land is groot en deels begroeid met mos, gras en struiken. Hierop dit stuk land leefden de rendierjagers. Deze mensen leefden als nomaden. Ze moesten de kuddes rendieren blijven volgen en bijhouden. (vooral dat laatste was lastig) De rendieren betekenden alles voor de rendierjagers.

Ze gebruikten elk deel van een rendier:

* Het vlees was voedsel voor het volk.

* De huid werd gebruikt om kleren, tent te maken.

* Van de botten werden wapens en gereedschap gemaakt.

Als laatste hadden ze vuur wat een grote rol speelde in het overleven. Door het vuur bleven ze warm tijdens de winter, verder hielden ze hiermee de grote roofdieren op afstand. Daardoor word deze tijd, de tijd van de rendierjagers genoemd.

Maak jouw eigen website met JouwWeb